De rechtbank in Assen heeft op 2 september 2020 een beslissende uitspraak gedaan in het proces van melkveehouders tegen DOC Kaas in Hoogeveen. Dit proces was eind 2017 door een collectief van 63 melkveehouders opgestart, nadat zij het lidmaatschap bij DOC Kaas hadden beëindigd. Uit de uitspraak van de rechtbank volgt dat melkveehouders recht hebben op de fusiebonus. Deze bonus was na de fusie met DMK in Duitsland bestemd voor de blijvende leden.
Fusie
DOC Kaas, een coöperatieve vereniging, is in 2016 gefuseerd met zuivelgigant DMK. Bij de fusie zijn alle aandelen van de zuivelfabriek van DOC Kaas overgedragen aan DMK. In ruil daarvoor kreeg DOC Kaas zeggenschap in DMK, zij het met een minderheidsbelang, en een uitbetaling van 20 miljoen euro. Nadat een eerdere poging tot fusie in 2011 was afgeketst, doordat toen een overgrote meerderheid van de leden tegen de fusie had gestemd, was er in mei 2015 opnieuw door de leden over de voorgenomen fusie gestemd. Toen werd door nagenoeg 95 % van de aanwezige leden tijdens een bijzondere Algemene Ledenvergadering vóór de fusie gestemd. De voorstemmers werden ‘getriggerd’ door de belofte van DOC Kaas dat de samenwerking met DMK zou leiden tot een betere melkprijs in de toekomst én door de extra uitkering – een aandeel in de transactiesom – die leden-melkveehouders na de fusie tegemoet zouden kunnen zien. Daarmee voorkwam DOC Kaas dat leden zouden overstappen naar concurrent A-Ware, die melkveehouders steevast een hogere melkprijs beloofde.
Bruidsschat
Na de fusie, welke begin 2016 een feit werd, werd aan de leden hun aandeel in de transactiesom van 20 miljoen euro uitgekeerd, ook wel de bruidsschat genoemd. De omvang van het aandeel werd bepaald op basis van de omvang van de in voorgaande jaren door de betreffende melkveehouder geleverde hoeveelheid melk. Per saldo kwam de uitkering neer op ruim 2,2 cent per kilogram melk. Voor de melkveehouders een plus op de melkprijs, welke in hun ogen al sinds jaar en dag achterbleef bij de melkprijs van andere zuivelverwerkers.
Vertrek leden DOC Kaas
De fusie bracht de leden-melkveehouders echter niet die melkprijs die hen voorafgaande aan de fusie was beloofd. Ook na de fusie bleef de melkprijs achter bij die van andere zuivelverwerkers. Dit had tot gevolg dat alsnog in de periode 2016 tot en met 2018 ruim 300 melkveehouders DOC Kaas – die in betere tijden ongeveer 1300 leden kende – de rug toekeerden. Bij hun vertrek werd door DOC Kaas op de laatste melkgeldafrekening het eerder uitgekeerde aandeel in de transactiesom ingehouden. De inhouding werd gebaseerd op een in 2016 door de Ledenraad in het Huishoudelijk Reglement opgenomen bepaling. Daarin was kort gezegd bepaald dat leden alleen dan recht zouden hebben op de fusiebonus indien zij tot en met minimaal het jaar 2018 lid zouden blijven. Daarnaast werden melkveehouders, die eind 2016 vertrokken, in december van dat jaar ook nog met 1 cent per kilogram op de melkprijs gekort.
Bezwaar
De vertrekkende leden, waarvan sommigen al decennia lang trouw lid, waren onaangenaam verrast door de inhouding van de transactiesom op het melkgeld en de korting van 1 cent per kilogram in december 2016. Tijdens de stemming over de fusie was hen op geen enkele wijze door DOC Kaas duidelijk gemaakt dat de transactiesom alleen dan aan leden toekwam als men nog minimaal drie jaar lang lid zouden blijven. De transactiesom was immers bestemd voor de blijvende leden en dat waren de leden die niet meteen (binnen 30 dagen) na de stemming over de fusie afscheid namen, zo werd hen tijdens de stemming over de fusie voorgehouden.
Proces
Een collectief van 63 melkveehouders heeft DOC Kaas in rechte aangesproken op integrale betaling van het melkgeld, zonder korting én zonder inhouding van de eerder uitgekeerde transactiesom. De melkveehouders worden daarin bijgestaan door advocaat mr. Dinant te Biesebeek, gespecialiseerd in succesvolle collectieve acties tegen de zuivelverwerkende industrie. De rechtbank in Assen heeft in een eerder tussenvonnis bepaald dat de korting van één cent per kilogram in december 2016 in strijd is met het voor leden van een vereniging geldende gelijkheidsbeginsel en dat leden recht hebben op een gelijke melkprijs, ongeacht of het lidmaatschap wel of niet is opgezegd. Bij dit tussenvonnis is aan DOC Kaas ook een bewijsopdracht verstrekt: DOC Kaas zou alleen dan recht hebben op restitutie van de transactiesom bij einde lidmaatschap, indien zij zou kunnen aantonen dat de melkveehouders daar ten tijde van de fusiestemming over zijn geïnformeerd.
Nieuw tussenvonnis
Op 2 september 2020 heeft de rechtbank een nieuwe tussenuitspraak gedaan. De rechtbank komt daarin op een overtuigende wijze tot de conclusie dat DOC Kaas, nadat zij getuigen heeft doen horen, niet in de bewijsopdracht is geslaagd. Tijdens de stemming over de fusie waren de melkveehouders niet op de hoogte van het feit dat alleen een continuering van het lidmaatschap voor de duur van drie jaar recht gaf op de transactiesom. De rechtbank komt daarbij zelfs tot de conclusie dat de melkveehouders daarvan niet eens op de hoogte hadden kunnen zijn, omdat DOC Kaas deze beperkende voorwaarde pas later had bedacht en had vastgesteld, zonder dat de leden daarover hadden gestemd. De rechtbank oordeelt daarom dat de melkveehouders recht hebben op de transactiesom, ook in het geval zij het lidmaatschap vóór 2019 hebben beëindigd.
Nog geen eindvonnis
De rechtbank heeft nog geen eindvonnis gewezen. Niet eerder dan nadat eindvonnis is gewezen kunnen de aan de procedure deelnemende melkveehouders betaling van achterstallig melkgeld afdwingen. Alvorens eindvonnis te kunnen wijzen dienen de advocaten van partijen zich nog over een gering onderdeel van de ingestelde vorderingen uit te laten. Het eindvonnis wordt vóór het einde van 2020 verwacht.
Gevolgen uitspraak
De uitspraak van de rechtbank heeft in beginsel tot gevolg:
- Dat voormalige leden, die in december 2016 met één cent op de melkprijs zijn gekort, recht hebben op de uitbetaling van deze korting;
- Dat voormalige leden, die in de periode van 2015 tot en met 2018 hun lidmaatschap hebben beëindigd én die geen uitkering van de transactiesom hebben ontvangen, alsnog recht hebben op betaling van hun aandeel;
- Dat voormalige leden, die in de periode van 2015 tot en met 2018 hun lidmaatschap hebben beëindigd én bij wie het eerder uitgekeerde aandeel in de transactiesom bij einde lidmaatschap is ingehouden op het melkgeld, recht hebben op integrale betaling van het melkgeld (zonder inhouding én/of korting en vermeerderd met de wettelijke handelsrente (van 8 %));
De uitspraak van de rechtbank kan ook gevolgen hebben voor de melkveehouders die in 2019 hun lidmaatschap hebben beëindigd. Door de inhouding van de transactiesom op het melkgeld, welke nu naar het oordeel van de rechtbank onrechtmatig blijkt te zijn, waren deze melkveehouders financieel gedwongen om het lidmaatschap ‘uit te dienen’ tot na 2018. Zonder de aangekondigde inhouding zouden zij het lidmaatschap wellicht eerder hebben beëindigd en naar een andere zuivel verwerkende organisatie zijn overgestapt. Hierdoor zijn zij een hogere melkprijs misgelopen. Deze melkveehouders kunnen de verdedigbare stelling innemen dat zij door de onrechtmatige en min of meer gedwongen binding door DOC kaas aan hun lidmaatschap inkomsten hebben gederfd en daardoor recht hebben op vergoeding daarvan.
Overigens kunnen alleen melkveehouders die aan de procedure deelnemen direct en rechtstreeks rechten aan de uitspraak van de rechtbank ontlenen.
Meer informatie / aanmelden
Indien u behoeft heeft aan meer informatie of in het geval u zich ook wilt aanmelden voor bijstand teneinde betaling te verkrijgen van achterstallig melkgeld, van uw aandeel in de transactiesom en/of van schadevergoeding dan kunt u contact opnemen met advocaat mr. Dinant te Biesebeek van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle via telefoonnummer: 038 4223020 en/of info@tebiesebeek.nl.