In diverse wetten en verdragen zijn regels opgenomen waarmee een werkgever – wat betreft de vrijheden van de werknemer – rekening moet houden. Te denken valt aan de Algemene wet gelijke behandeling (bijvoorbeeld ten aanzien van kleding), de Arbeidsomstandighedenwet (bijvoorbeeld ten aanzien van veiligheid en gezondheid, de Tabaks- en rookwarenwet (roken), de Grondwet (vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst en non-discriminatieverbod), het Burgerlijk Wetboek (regulering door werkgever) en Verdragen (EVRM).
Uitgangspunt is dat de werkgever bevoegd is instructies te geven aan de werknemer. De werknemer is immers in dienst van de werkgever en op grond van art 7:610 BW is die werknemer gehouden instructies van de werkgever op te volgen (gezagsverhouding). De werkgever kan naast het geven directe instructies ook aangeven hoe en onder welke omstandigheden die instructies moeten worden uitgevoerd.
De werkgever kan hiervoor voorschriften uitvaardigen waaraan de werknemer (tot op zekere hoogte) gehoor en uitvoering moet geven. Deze instructiebevoegdheid is geregeld in art. 7:660 BW. De voorschriften die een werkgever mag uitvaardigen, kunnen vormvrij worden opgemaakt en kunnen gelden voor een individuele werknemer of voor het gehele personeelsbestand. De enige eis die de wet stelt is dat het moet gaan om voorschriften omtrent het verrichten van arbeid dan wel om voorschriften die strekken ter bevordering van de goede onderneming van de werkgever. Dit laatste is wel zodanig breed geformuleerd dat bijna alle voorschriften van de werkgever hieronder kunnen worden verstaan. De voorschriften moeten wel blijven binnen de grenzen van algemeen verbindende voorschriften of van de arbeidsovereenkomst zelf.
(Mee)roken
Op grond van art. 10 van de Tabakswet is een werkgever verplicht zorg te dragen voor een rookvrije werkplek voor werknemers. Werkgevers zijn verplicht om ervoor te zorgen dat werknemers kunnen werken zonder hinder of overlast te ondervinden van tabaksrook. Werkgevers moeten een rookverbod instellen in een ruimte, gebouw of inrichting waar een werknemer zijn werkzaamheden verricht of pleegt te verrichten.
Omdat de Tabakswet zelf geen verplichting oplegt voor werknemers, doen werkgevers er goed aan het rookverbod of het rookbeleid in een instructie (voorschrift) vast te leggen. Bij overtreding van het rookverbod door een werknemer kan een werkgever zich beroepen op (schending van) deze instructie en kan een werkgever passende maatregelen tegen deze werknemer treffen.
Liefdesclausule
Relaties en korte verhoudingen komen op de werkvloer vaker voor dan men op het eerste gezicht zou denken. De vraag is of een werkgever het hebben van een kantoorromance al dan niet moet clausuleren. Intimiteit op het werk is immers een belangrijke zaak met mogelijk verstrekkende gevolgen voor de onderlinge sfeer en – niet vergeten – de productiviteit.
Kledingvoorschriften
Een werkgever kan verschillende redenen hebben om van zijn medewerkers te verlangen dat zij zich bij het verrichten van arbeid met betrekking tot hun kleding en uiterlijk houden aan bepaalde regels. Dit kan te maken hebben met de representativiteit, de herkenbaarheid, de functionaliteit, de veiligheid, de hygiëne dan wel verband houden met andere doelen. De (al dan niet op schrift gestelde) voorschriften kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het voorschrijven van een bepaalde haarlengte, het knopen van een hoofddoek of het dragen van een jurk of rok. De voorschriften kunnen ook bestaan uit het verbieden van het dragen van (bepaalde) sieraden, een hoofddoek of korte broek, het hebben van een baard, dreadlocks of een bepaalde haardracht.
Voorschriften qua kleding en uiterlijk op de werkplek kunnen eenzijdig door de werkgever worden opgelegd. Als werkgever mag je werknemers voorschriften en instructies geven; dit geldt ook voor kleding en uiterlijk. Uiteraard kan een rechter, als een werknemer stelt dat die voorschriften hem of haar te veel beknellen, nagaan of de eisen die de werkgever stelt al dan niet redelijk zijn en te maken hebben met het bedrijfsbelang van de werkgever.
In de rechtspraak zijn allerlei criteria ontwikkeld voor het uitvaardigen van kledingvoorschriften. Deze criteria zijn:
- de aard van het bedrijf;
- de plaats van vestiging van het bedrijf;
- de klantenkring;
- de functie van werknemer;
- het beroep van de werknemer;
- de maatschappelijke opvattingen.
Het dragen van bedrijfskleding is algemeen geaccepteerd. Het dragen van bedrijfskleding kan immers een redelijk bedrijfsbelang dienen en vormt voor het privé leven van de werknemer doorgaans geen onaanvaardbare aantasting. Of de door de werkgever gegeven kledingvoorschriften uiteindelijk ook redelijk zijn, zal vaak van geval tot geval moeten worden bekeken.
De bevoegdheid van een werkgever om kledingvoorschriften te hanteren kan op gespannen voet komen te staan met het gelijkheidsbeginsel, de godsdienstvrijheid en andere grondrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Dit geldt in het bijzonder als een voorschrift rechtstreeks onderscheid maakt tussen mensen met een bepaalde etnische of religieuze achtergrond of indien het door het hanteren van deze voorschriften voor bepaalde medewerkers moeilijk is om de eigen door grondrechten beschermde identiteit te beleven.
Het Europees Hof van Justitie heeft in eerdere uitspraken bepaald dat indien een bedrijf een vastgelegd beleid heeft dat werknemers verbiedt zichtbare tekenen van politieke, filosofische en religieuze overtuigingen te dragen en dat beleid wordt voor alle werknemers op dezelfde wijze consequent toegepast, dat beleid, dat veelal is neergelegd in bepalingen die opgenomen zijn in een personeelsreglement, toegestaan is en dat dat beleid geen ongeoorloofde discriminatie oplevert (mits het doel van dat beleid volstrekt legitiem is).
Voorschriften laten controleren
Heeft u als werkgever voorschriften opgelegd of bent u voornemens dit te doen en wilt u weten of uw (voorgenomen) voorschriften voldoen aan de wettelijke regels? Neem dan vrijblijvend contact op met Te Biesebeek Advocaten in Zwolle. Onze specialisten kunnen de voorschriften voor u controleren en u voorzien van een goed advies.