Indien een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis (wanprestatie) of een onrechtmatig daad pleegt, is uitgangspunt dat alleen de vennootschap aansprakelijk is voor daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden is evenwel, naast aansprakelijkheid van die vennootschap, ook ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap. Voor het aannemen van zodanige aansprakelijkheid is vereist dat die bestuurder ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Aldus gelden voor het aannemen van aansprakelijkheid van een bestuurder naast de vennootschap hogere eisen dan in het algemeen het geval is.
Persoonlijk verwijt
Het antwoord op de vraag of de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt, is afhankelijk van de aard en ernst van de normschending en de overige omstandigheden van het geval. Indien de bestuurder namens de vennootschap een verbintenis is aangegaan en de vordering van de schuldeiser onbetaald blijft en onverhaalbaar blijkt, kan persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder worden aangenomen indien deze bij het aangaan van die verbintenis wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden, behoudens door de bestuurder aan te voeren omstandigheden op grond waarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat hem persoonlijk ter zake van de benadeling geen ernstig verwijt kan worden gemaakt (zie: Hoge Raad 5 september 2014). Bij vonnis van 22 december 2017 heeft de rechtbank Rotterdam, met toepassing van bovenstaande regel, een vordering van een huurder toegewezen. Het volgende deed zich in die zaak voor.
De huurder heeft een woning gehuurd en hij heeft aan een door de verhuurder ingeschakelde makelaar (een vennootschap) een bemiddelingsvergoeding betaald. Omdat de huurder die bemiddelingsvergoeding niet aan de makelaar verschuldigd was (de makelaar mocht als bemiddelaar namelijk niet twee heren dienen), heeft de huurder in een gerechtelijke procedure terugbetaling hiervan gevorderd. Hoewel de makelaar (de vennootschap) tot terugbetaling was veroordeeld, heeft de makelaar (de vennootschap) deze vergoeding niet aan de huurder terugbetaald. De huurder heeft dit niet geaccepteerd en hij is een tweede procedure begonnen, dit keer tegen de bestuurders van de vennootschap.
De rechter heeft in die tweede procedure geoordeeld dat de makelaar (de vennootschap) welbewust in strijd heeft gehandeld met dwingende wetsbepalingen door zowel bij de huurder als bij de verhuurder bemiddelingskosten in rekening te brengen. Dit feit heeft de rechter in de tweede procedure aangemerkt als een bijzondere omstandigheid die een ernstig verwijt oplevert aan de zijde van de bestuurders van de vennootschap. Bij het aangaan van de bemiddelingsovereenkomst, zo oordeelde de rechter, behoorden de bestuurders te weten dat zij bemiddelingskosten in rekening brachten, hoewel dat wettelijk niet was toegestaan. De bestuurders behoorden daarom ook te weten dat die bemiddelingskosten terugbetaald zouden moeten worden aan de huurder. Door daar geen rekening mee te houden hebben de bestuurders onrechtmatig gehandeld jegens de huurder en zijn zij aansprakelijk voor de door de huurder geleden schade.
Onbetaalde vorderingen op vennootschappen
Indien u een vordering op een vennootschap heeft, is het vaak de moeite waard om te onderzoeken of de bestuurder van die vennootschap mede aansprakelijk kan worden gesteld voor de betaling van die vordering. Ook hiervoor kunt u terecht bij de advocaten van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle. Zij kunnen u adviseren en desgewenst u verder helpen bij het incasseren van uw vordering.