Welke eisen kunnen worden gesteld aan de kwaliteit van de rechtsbijstand die wordt verleend door een jurist van een rechtsbijstandverzekeringsmaatschappij?
In een recente uitspraak heeft de rechtbank Amsterdam geoordeeld dat DAS Rechtsbijstand haar verzekerde tijdens een arbeidsgeschil met zijn werkgever niet goed heeft bijgestaan.
Rechtsbijstandverzekering
Doordat de juridificering van de maatschappij toeneemt, de kosten van rechtsbijstand omvangrijke proporties kunnen aannemen en de overheid ook op rechtsbijstand bezuinigt, heeft er de afgelopen jaren een enorme toename van rechtsbijstandverzekeringen plaats gevonden. Hierdoor is bij de verzekeringsmaatschappijen de werkdruk toegenomen, met als gevolg dat de kwaliteit van de bijstand onder druk komt te staan. Anders dan bij andere schadeverzekeringen, is de rechtsbijstandverzekering een verzekering in natura. Dit betekent dat juristen van verzekeringsmaatschappijen in beginsel zelf bijstand verlenen zodra een verzekerde een beroep doet op de polis. Pas wanneer er sprake is van een gerechtelijke of administratieve procedure heeft een verzekerde -op kosten van de verzekeringsmaatschappij- recht op bijstand van een externe advocaat: recht op bijstand van een advocaat naar keuze. Dit recht is verankerd in de wet en tot meerdere keren toe bevestigd door het Europese Hof van Justitie.
Dat de door de rechtsbijstandjurist verleende bijstand niet altijd voldoet aan de daaraan te stellen eisen en dat deze kan achterblijven bij hetgeen een verzekerde daarvan mag verwachten, blijkt uit de casus welke ten grondslag ligt aan de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 29 november 2017. Uit deze uitspraak blijkt dat een verzekerde van DAS Rechtsbijstand in een arbeidsgeschil met zijn werkgever een beroep heeft gedaan op de verzekeringsovereenkomst en door een jurist van deze maatschappij is bijgestaan. De rechtbank komt tot het oordeel dat de verzekerde niet op een adequate manier is bijgestaan, dat de verzekerde dientengevolge schade heeft geleden en waarbij DAS Rechtsbijstand is veroordeeld om de verzekerde schadeloos te stellen (een bruto-vergoeding van ongeveer € 115.000,00 vermeerderd met proceskosten).
Toetsingsmaatstaf
Als toetsingsmaatstaf heeft te gelden dat een jurist van een verzekeringsmaatschappij bij het verlenen van bijstand dient te handelen zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend jurist mag worden verwacht. Indien niet wordt voldaan aan deze toetsingsmaatstaf dan schiet men toerekenbaar te kort in de nakoming van de (in dit geval) uit de verzekeringsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen. De rechtbank oordeelt dat voor de beoordeling heeft te gelden een maatstaf die gelijk is aan de maatstaf die voor een (gespecialiseerde) advocaat geldt. Immers, DAS Rechtsbijstand vervult dezelfde rol als adviseur en procesvertegenwoordiger van rechtzoekenden als advocaten vanouds doen, aldus de rechtbank in het vonnis.
Kortom, aan de kwaliteit van juridische dienstverlening van een jurist van een rechtsbijstandverzekering mogen dezelfde (hoge) eisen worden gesteld als aan die van een advocaat.
Oordeel Rechtbank: bijstand van DAS Rechtsbijstand voldoet niet aan toetsingsmaatstaf.
Op grond van diverse feiten en omstandigheden komt de rechtbank in haar vonnis tot de overweging en de conclusie dat DAS Rechtsbijstand is tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen en op grond daarvan tot schadevergoeding aan haar eigen verzekerde is gehouden.
De rechtbank verwijst daarbij naar de volgende feiten, een opsomming van het nodige aan verwijten die aan het adres van DAS Rechtsbijstand worden gemaakt:
• Er is nagelaten om de verzekerde te voorzien van een uitgewerkt, op maat gesneden (schriftelijk) advies waarin alle mogelijke scenario’s en uitkomsten met de nodige onderbouwing de revue passeren en waarbij de verzekerde adequaat en concreet over alle mogelijkheden wordt geadviseerd, hetgeen men wel van een rechtsbijstandverlener mag verwachten.
• Er is sprake geweest van een ernstig onvolledig advies;
• Verzekerde heeft op basis van het advies van DAS Rechtsbijstand zijn kansen en mogelijkheden niet verantwoord kunnen inschatten;
• Nagelaten is om bij de werkgever van verzekerde inzage te vragen in het personeelsdossier waarbij DAS Rechtsbijstand zich jegens de werkgever in onvoldoende mate kritisch heeft opgesteld, hetgeen – volgens de rechtbank – wel op haar weg was gelegen
• Er heeft onvoldoende onderzoek naar de feiten plaats gevonden;
• Er heeft onvoldoende kennisname van dossierstukken plaats gevonden.
• Door onvoldoende dossier- en feitenkennis heeft DAS Rechtsbijstand ook geen goed procesadvies kunnen uitbrengen en verzekerde niet kunnen adviseren over de haalbaarheid van een procedure;
• Door haar (nalatig) handelen heeft DAS Rechtsbijstand geen onderhandelingsdruk kunnen opbouwen terwijl dat wel op de weg van een rechtsbijstandverlener ligt om zich daarvoor in te spannen;
• Er is nagelaten om alles in het werk te stellen om voor verzekerde tot een zo’n gunstig mogelijk resultaat te komen;
• DAS Rechtsbijstand is nauwelijks of niet ingegaan op adviesvragen van verzekerde.
De rechtbank overweegt letterlijk, dat DAS Rechtsbijstand haar verzekerde aan zijn lot heeft overgelaten. DAS Rechtsbijstand is niet te werk gegaan als een redelijk bekwaam en redelijke handelend rechtsbijstandverlener waardoor zij toerekenbaar is tekort geschoten, aldus de nog steeds de rechtbank.
Verklaring voor feit dat rechtsbijstand de toets der kritiek niet doorstaat
Te Biesebeek Advocaten is niet verbaasd over de inhoud van het vonnis van de rechtbank. Praktijkvoorbeelden wijzen uit dat er regelmatig vraagtekens kunnen worden geplaatst bij de kwaliteit van de juridische dienstverlening door rechtsbijstandassuradeuren. Dat de kwaliteit nogal eens te wensen overlaat, laat zich eenvoudig verklaren door het feit dat er in de kern sprake is van een belangentegenstelling: het belang van de verzekeringsmaatschappij versus het belang van de verzekerde. Een verzekeringsmaatschappij beoogt doorgaans winst te maken en – in het verlengde hiervan – de kosten ‘te drukken’. Hier staat het belang van de verzekerde tegenover: belang bij goede en adequate rechtshulp hetgeen – per definitie – geld kost. Dit laat zich moeilijk verenigen met het belang van de verzekeringsmaatschappij.
Onafhankelijk en vrij
Een goede rechtsbijstandverlener dient de bijstand onafhankelijk en vrij te kunnen verlenen. Dit is één van de kernwaarden van de bijstand door advocaten. Te Biesebeek Advocaten is vrij en onafhankelijk. Voor de advocaten van Te Biesebeek Advocaten geldt maar een belang: dat is het belang van hun cliënt.
Te Biesebeek Advocaten: geen samenwerkingsovereenkomst met verzekeringsmaatschappijen
Hoewel Te Biesebeek Advocaten een goede samenwerking heeft met diverse rechtsbijstandverzekeringsmaatschappijen (waaronder ook DAS Rechtsbijstand), heeft zij evenwel ter borging van haar vrijheid en onafhankelijkheid met hen geen samenwerkingsovereenkomst. Veel advocaten hebben wel een dergelijke overeenkomst. Te Biesebeek Advocaten vindt dat dit op gespannen voet staat met het belang wat zij hebben te dienen: dat is het belang van de cliënt en niet het eigen belang of het belang van de verzekeringsmaatschappij. Een samenwerkingsovereenkomst tussen een onafhankelijke advocaat en een rechtsbijstandverzekeringsmaatschappij staat op gespannen voet met deze doelstelling en dit uitgangspunt.
Meer informatie
Heeft u vragen over bijstand die aan u door een jurist van een verzekeringsmaatschappij wordt verleend, heeft u behoefte aan een second opinion en wilt u gebruik maken van het recht van vrije advocaatkeuze, neem dan contact op met Te Biesebeek Advocaten in Zwolle en laat u voorlichten en adviseren.
Lees ook: