Ben je als werkgever ook aansprakelijk voor lichamelijke schade bij een medewerker die niet in dienst is en ook niet is ingeleend?
Een werkgever is in beginsel aansprakelijk voor de gevolgen van bedrijfsongevallen van haar werknemers. Deze aansprakelijkheid is niet alleen aan de orde wanneer eigen medewerkers betrokken raken bij een ongeval op de werkvloer. De aansprakelijkheid geldt ook wanneer het gaat om ingeleend personeel, om uitzendkrachten, om vrijwilligers of om stagiaires.
De vraag dringt zich op of een werkgever ook aansprakelijk kan zijn voor schade die een persoon lijdt als gevolg van een bedrijfsongeval terwijl deze persoon niet in dienst is en ook niet is ingeleend.
Zorgplicht werkgever als hoofdregel
In de wet is geregeld dat op een werkgever een vergaande zorgplicht rust. De werkgever dient de nodige voorzieningen te treffen, zodat een medewerker tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden niet betrokken raakt bij een ongeval:
- De werkplek, en de middelen en de werktuigen waarmee wordt gewerkt, dienen aan alle denkbare veiligheidsvoorschriften te voldoen.
- Daarnaast moet het personeel goed worden geïnstrueerd en worden gewezen op de risico’s die de uitoefening van de werkzaamheden met zich mee brengen.
- Verder moet de werkgever er ook op toezien dat alle denkbare veiligheidsvoorschriften door de betreffende medewerker worden nageleefd en in acht worden genomen.
Indien de werkgever deze zorgplicht schendt, dan is hij aansprakelijk voor de eventuele schade die een werknemer lijdt. Aan deze zorgplicht worden zeer hoge eisen gesteld. Alleen wanneer er sprake is van overmacht of in het geval de werknemer de schade opzettelijk heeft veroorzaakt, is de werkgever in beginsel niet aansprakelijk.
Aansprakelijkheid voor eigen personeel
Het spreekt voor zich dat een werkgever gehouden is om de hiervoor geschetste zorgplicht ten behoeve van eigen medewerkers (eigen personeel) na te komen. Als een eigen medewerker betrokken raakt bij een werk gerelateerd ongeval en de werkgever kan niet aantonen dat hij zijn zorgplicht is nagekomen, dan is de werkgever aansprakelijk voor de gevolgen.
Aansprakelijkheid voor ingeleend personeel, uitzendkrachten, vrijwilligers en/of stagiaires
Vanaf 1 januari 1999 is de werkgever ook aansprakelijk voor schade aan een persoon die niet bij hem in dienst is, maar die wel een met een eigen werknemer vergelijkbare positie inneemt. Denk daarbij aan uitzendkrachten en ingeleend personeel. Achterliggende gedachte is dat een werkgever, die zijn zorgverplichting niet nakomt, op gelijke voet aansprakelijk is voor schade van werknemers als voor schade van anderen die bij hem werkzaam zijn. Voor de uitoefening van de werkzaamheden bevinden deze anderen zich in een met een werknemer vergelijkbare positie.
Dit betekent in beginsel dat de werkgever, wil hij aansprakelijk zijn voor schade van anderen dan eigen werknemers, invloed uitoefent op de werkomstandigheden, op de inrichting van de werkplek en daarop ook toezicht kan uitoefenen, waarbij de ander ook is onderworpen aan zijn (werk)instructies. In feitelijke zin moet er dan sprake zijn van enige gezagsverhouding tussen de werkgever en die ander.
Uit rechtspraak volgt dat snel wordt aangenomen dat een bedrijf invloed heeft op de werkomstandigheden van derden. De hiervoor bedoelde zorgplicht dient ook te worden nagekomen daar waar het gaat om de uitvoering van werkzaamheden door een onderaannemer zonder personeel (ZZP-er). Immers de werkgever heeft met het verstrekken van opdracht invloed op de wijze waarop invulling dient te worden gegeven aan de werkzaamheden.
Aansprakelijkheid voor bij derden in dienst zijnde personen
Uit rechtspraak volgt ook dat een werkgever (hoofdaannemer) aansprakelijk kan zijn voor schade van medewerkers die niet bij hem in dienst zijn en die ook niet aan hem zijn uitgeleend: werknemers in dienst zijn van een onderaannemer. Dit is een nieuwe vorm van vergaande ketenaansprakelijkheid.
Er is rechtspraak waaruit volgt dat een werkgever voor schade van medewerkers, werkzaam bij een onderaannemer, aansprakelijk is op grond van het feit dat geoordeeld is dat:
In de aannemingsovereenkomst door de (hoofd)aannemer bepalingen waren opgenomen ten aanzien van de door de onderaannemer in acht te nemen veiligheidsvoorschriften, zodat op basis daarvan enige indirecte vorm van zeggenschap is aangenomen;
De aannemer de opdracht voor het project had aangenomen en derhalve geacht wordt bekend te zijn met de situatie ter plekke en zich had (kunnen) laten informeren over de veiligheidssituatie en daar ten behoeve van de medewerkers van de onderaannemer de nodige veiligheidsmaatregelen had kunnen (laten) treffen.
Op basis van deze omstandigheden is in rechte geoordeeld dat de betreffende medewerker, in dienst van de onderaannemer, voor zijn veiligheid mede afhankelijk was van de hoofdaannemer. In het verlengde daarvan is de hoofdaannemer veroordeeld om een werknemer, in dienst van en werkzaam voor een derde, schadeloos te stellen.
Uit het voorgaande volgt dat de rechtspraak ertoe neigt snel aansprakelijkheid aan te nemen in het geval de door een bedrijfsongeval getroffen medewerker -noch in juridisch zin noch in feitelijke zin- bij hem in dienst is. Derhalve ook in het geval er feitelijk geen zeggenschap over of toezicht op de betreffende medewerker wordt uitgeoefend.
Risicoafdekking werkgeversaansprakelijkheid
Een ongeval zit een klein hoekje. De gevolgen kunnen voor een werkgever/bedrijf verstrekkend zijn. Het risico op de gevolgen van bedrijfsongevallen dienen zoveel als mogelijk is ingeperkt te worden:
- zorg voor een veilige werkomgeving, geef goede werkinstructies en houdt toezicht;
- sluit een goede bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering af;
- leg in (onderaannemings)overeenkomsten vast dat de (hoofd)aannemer wordt gevrijwaard voor aanspraken van de bij de onderaannemer in dienst zijnde werknemers
Heeft u ook te maken met een bedrijfsongeval of wordt u als werkgever of als hoofdaannemer aangesproken op schadevergoeding? Te Biesebeek Advocaten in Zwolle is graag bereid u van meer informatie en/of van bijstand te voorzien.