Een executiegeschil is een geschil dat gerezen is in verband met de executie van een vonnis. Als zo’n geschil zich voordoet, kan de rechter (vaak in kort geding) gevraagd worden een voorziening te treffen die ziet op het (al dan niet tijdelijk) ontzeggen van de executiebevoegdheid. De rechter kan een executieverbod opleggen of de executie tijdelijk schorsen.
Wettelijke mogelijkheden executiegeschil
Uitgangspunt is dat rechterlijke uitspraken na betekening ten uitvoer gelegd kunnen worden (executie). Deze tenuitvoerlegging moet worden geschorst als de geëxecuteerde een rechtsmiddel (bijvoorbeeld hoger beroep) instelt. Dit is anders wanneer het te executeren vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. In dat geval schorst het instellen van een rechtsmiddel de executie niet.
Als de geëxecuteerde de executie van het vonnis wil voorkomen of stoppen, zal hij de executant moeten dagvaarden en moeten vorderen dat de rechter de tenuitvoerlegging van het vonnis verbiedt dan wel schorst (art. 438 lid 2 Rv). Ook kan de geëxecuteerde – indien mogelijk – hoger beroep kunnen instellen tegen het te executeren vonnis en in hoger beroep vorderen dat de tenuitvoerlegging van dat vonnis wordt geschorst (art. 351 Rv). Indien spoed geboden is, ligt het voeren van een kort geding het meest voor de hand.
Hoge Raad over toetsingskader
De Hoge Raad heeft op 20 december 2019 een arrest gewezen over de schorsing (en verbod) van de executie van een vonnis. In die zaak was aan de orde welke maatstaf de rechter moet hanteren bij de beoordeling van een vordering of verzoek om de tenuitvoerlegging te schorsen van een uitvoerbaar bij voorraad verklaarde uitspraak. In het bijzonder speelde daarbij de vraag of de rechter die in kort geding oordeelt over een vordering ex art. 438 lid 2 Rv, dezelfde maatstaf moet hanteren als de rechter die in hoger beroep oordeelt over een (incidentele) vordering ex art. 351 Rv.
De Hoge Raad heeft geconcludeerd dat er onvoldoende grond is om uiteenlopende maatstaven te hanteren voor enerzijds de rechter die in hoger beroep in een incident moet oordelen over een vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging (art. 351 Rv) en anderzijds de rechter in kort geding die in gevallen waarin een rechtsmiddel is ingesteld of nog openstaat, over een dergelijke vordering heeft te oordelen (art, 438 lid 2 Rv). Anders gezegd: zowel het gerechtshof in hoger beroep (art. 351 Rv) als de voorzieningenrechter (art. 438 lid 2 Rv) dienen altijd volgens hetzelfde toetsingskader te toetsen.
De Hoge Raad heeft in het op 20 december 2019 gewezen arrest voorts duidelijk gemaakt wat dat toetsingskader dan is. De Hoge Raad heeft aangegeven dat staking van de tenuitvoerlegging van een vonnis kan worden bevolen, indien de rechter van oordeel is dat de executant, mede gelet op de belangen aan de zijde van de geëxecuteerde die zullen worden geschaad, geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid om in afwachting van de uitslag van het hoger beroep tot tenuitvoerlegging over te gaan. Dat zal het geval kunnen zijn:
- indien het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust;
- indien sprake is van nieuwe feiten en/of omstandigheden;
- indien sprake is van een noodtoestand.
Voor uitspraken waartegen geen rechtsmiddelen meer openstaan, eindigt het toetsingskader hier ook. In die zaken bestaat dus slechts grond voor schorsing ingeval van – kort gezegd – misbruik van bevoegdheid (art. 3:13 BW).
Voor uitspraken waartegen nog wel rechtsmiddelen openstaan, geldt dat de rechter desverlangd ook moet kijken naar de belangen van partijen. De rechter moet die belangen van partijen tegen elkaar afwegen in het licht van de omstandigheden van het geval. Daarbij moet worden nagegaan of op grond van die omstandigheden het belang van de executant zwaarder weegt dan het belang van de geëxecuteerde.
Advocaat executiegeschil
Een executiegeschil is bijna altijd een laatste poging van een geëxecuteerde om onder de executie van een voor hem nadelig vonnis uit te komen. De wijze waarop zo’n executiegeschil gevoerd moet worden, kan variëren (kort geding of incident in hoger beroep); het toetsingskader daarentegen is gelijk.
De advocaten van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle beschikken over een ruime ervaring op het gebied van executiegeschillen. Zij bieden daarom graag de helpende hand. Mocht u hierbij hulp nodig hebben of mocht u vragen hebben, neem dan vrijblijvend contact op via telefoonnummer: 038-4223020 of per e-mail: info@tebiesebeek.nl.