Is een onderaannemer, naast de hoofdaannemer, jegens de opdrachtgever aansprakelijk voor zijn eigen toerekenbaar tekortschieten?
De hoofdregel in Nederland is dat de opdrachtgever in beginsel zijn directe contractpartij en dus de (hoofd)aannemer dient aan te spreken, in het geval een onderaannemer iets fout doet ‘op de bouw’, oftewel toerekenbaar tekortschiet in de uitvoering van zijn werk inzake de realisatie van het bouwwerk.
Maar is het ook mogelijk voor de opdrachtgever rechtstreeks de onderaannemer aan te spreken op gebreken of geleden schade door zijn gebrekkig optreden? Het antwoord hierop is ja, maar alleen in bepaalde gevallen. Welke gevallen dit zijn, leest u in dit artikel.
Hoofdregel
Als een opdrachtgever een aanneemovereenkomst sluit met een aannemer en die aannemer schakelt op zijn beurt weer hulppersonen / onderaannemers in, dan zal in beginsel de opdrachtgever altijd voor gebreken – ook al zijn deze veroorzaakt door een onderaannemer- bij de (hoofd) aannemer moeten aankloppen. De opdrachtgever heeft immers een contract met de aannemer en niet met de partijen die de aannemer voor het uitvoeren van het werk heeft ingeschakeld.
Uitzondering op basis van overeenkomst
In sommige gevallen kan de opdrachtgever zijn contractpartij (de hoofdaannemer) echter niet aanspreken. Dit bijvoorbeeld als dit tussen partijen is uitgesloten in de overeenkomst. Vaak gebeurt dit als de opdrachtgever de onderaannemer heeft voorgeschreven en de aannemer dus niet wil instaan voor een partij die hij niet kent of nooit mee samen heeft gewerkt.
Uit relevante rechtspraak volgt voorts dat in bijzondere gevallen – wanneer de aansprakelijkheid voor de onderaannemer niet in het contract uitgesloten is – het kan zijn dat de opdrachtgever toch niet de hoofdaannemer kan of mag aanspreken. In die gevallen moet de opdrachtgever dus toch bij de onderaannemer zijn.
Of dit zo is en of de aannemer aansprakelijkheid van de hand kan wijzen, hangt af van de omstandigheden van het geval en de altijd in acht te nemen redelijkheid en billijkheid. Te denken valt aan de omstandigheid dat de opdrachtgever de onderaannemer voorschrijft en zelf ook – zonder bemoeienis van de aannemer – de ‘deal’ met de onderaannemer heeft uit onderhandeld. Wel van belang kan zijn dat de aannemer toch belang heeft bij de overeenkomst met de onderaannemer omdat hij bijvoorbeeld een marge aan de opdrachtgever in rekening brengt over de prijs van de onderaannemer.
Uitzondering op grond van onrechtmatige daad
Uit de rechtspraak volgt voorts in algemene zin dat contractpartijen bij de uitvoering van de overeenkomst rekening dienen te houden met de gerechtvaardigde belangen van derden die afhankelijk zijn van de juiste nakoming van die overeenkomst. De Hoge Raad verwoord dit als volgt:
“Indien de belangen van een derde zo nauw zijn betrokken bij de behoorlijke uitvoering van de overeenkomst dat hij schade of ander nadeel kan lijden als een contractant in die uitvoering tekortschiet, kunnen de normen van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, meebrengen dat die contractant deze belangen dient te ontzien door zijn gedrag mede door die belangen te laten bepalen. Bij de beantwoording van de vraag of deze normen zulks meebrengen, zal de rechter de ter zake dienende omstandigheden van het geval in zijn beoordeling dienen te betrekken.”
Specifiek ten aanzien van de verhouding tussen opdrachtgever – aannemer – onderaannemer, heeft de Hoge Raad in aanvulling op het voorgaande in een latere uitspraak gesteld:
“ De onderaannemer zal in het algemeen binnen bepaalde grenzen rekening hebben te houden met de belangen van de opdrachtgever en de opdrachtgever zal in het algemeen erop mogen vertrouwen dat de onderaannemer dat doet.”
Uit het voorgaande volgt dat een onderaannemer op grond van onrechtmatig handelen – in plaats van de hoofdaannemer – aan te spreken is op geleden schade, als deze onderaannemer onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de opdrachtgever en deze daardoor met lege handen komt te staan. Van belang hierbij is wel dat het alleen maar plegen van wanprestatie (het niet goed uitvoeren van de werkzaamheden) niet voldoende is om onrechtmatig handelen aan te nemen.
Ook hier moet gekeken worden naar de omstandigheden van het geval, zoals bijvoorbeeld: de hoedanigheid van de betrokken partijen, de aard en strekking van de overeenkomst, de wijze waarop de belangen van de opdrachtgever daarbij zijn betrokken, de bekendheid met de belangen van de opdrachtgever, in hoeverre de opdrachtgever erop mocht vertrouwen dat met deze belangen rekening zou worden gehouden en in hoeverre dat mogelijk of bezwaarlijk was.
Conclusie
Indien de hoofdaannemer aansprakelijkheid niet accepteert of geen verhaal biedt, dan is het onder bepaalde omstandigheden zeer wel mogelijk om rechtstreek de onderaannemer aan te spreken.
Advocaat Bouwrecht
Heeft u een geschil met uw aannemer of onderaannemer of heeft u vragen over een overeenkomst van aanneming, neemt u dan vrijblijvend contact op met de specialisten van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle. Onze advocaten kunnen u voorzien van een advies of u bijstaan in een gerechtelijke procedure.