De Hoge Raad heeft in 2022 de principiële vraag beantwoord welke eisen er gelden voor een geldige overdracht van fosfaatrechten. Het arrest vindt u hier. De zaak ging -kort gezegd- over het volgende.
Huurkoop fosfaatrechten
Twee melkveehouders sloten een huurkoopovereenkomst, in het kader waarvan de ene melkveehouder 500 kg fosfaatrechten voor vijf jaar verhuurde aan de andere melkveehouder. Na afloop van de huurperiode kon de huurder deze rechten tegen een bepaalde prijs kopen. De melkveehouders registreerden deze 500 kg fosfaatrechten bij RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) op naam van de huurder.
De huurder raakte tijdens de overeenkomst echter in financiële moeilijkheden. Dat leidde uiteindelijk tot zijn faillissement. Er werd een curator benoemd om de belangen van zijn schuldeisers te behartigen.
Geschil verhuurder – curator: fosfaatrechten overgedragen?
Tussen de verhuurder en de curator ontstond een geschil over de vraag in wiens vermogen nu deze fosfaatrechten vielen. Was de verhuurder nog steeds eigenaar van de fosfaatrechten of was de (inmiddels failliete) huurder daar eigenaar van geworden, zodat de curator deze rechten te gelde kon maken?
De wet bepaalt in artikel 3:84 lid 1 BW dat voor de overdracht van een goed vereist is een levering krachtens een geldige titel, verricht door een beschikkingsbevoegde. Voor de overdracht is eveneens vereist dat het goed overdraagbaar is. Met geldige titel bedoelt de wet de rechtsgrond van de overdracht. Meestal is dit een overeenkomst tussen partijen.
De verhuurder betoogde dat de registratie van de fosfaatrechten op naam van de (failliete) huurder bij RVO niet tot eigendomsoverdracht heeft geleid. Volgens hem is dit alleen maar een publiekrechtelijke registratie waaruit blijkt hoeveel fosfaatrechten een bedrijf in een kalenderjaar mag benutten. Hij stelde dat hier de geldige titel voor de eigendomsoverdracht ontbrak. Partijen sloten immers een huurovereenkomst met de optie om na afloop de fosfaatrechten te kunnen kopen. Huur zie alleen op het in genot (gebruik) geven van de fosfaatrechten. Met huur wordt niet bedoeld het eigendom daarvan over te dragen.
De curator was het daar niet mee eens. Hij betoogde dat door de enkele registratie van de fosfaatrechten bij RVO op naam van de (failliete) huurder, de fosfaatrechten aan de huurder zijn overgedragen.
Hoge Raad beslist: inschrijving RVO is bepalend
Deze principiële vraag werd vervolgens aan de Hoge Raad voorgelegd. De Hoge Raad bepaalde dat uit de Meststoffenwet volgt dat fosfaatrechten productierechten zijn. Uit artikel 25 Meststoffenwet blijkt dat een productierecht kan overgaan naar een ander bedrijf. Fosfaatrechten kunnen derhalve worden overgedragen, aldus de Hoge Raad.
De Hoge Raad bepaalde verder dat voor de overgang van fosfaatrechten naar een ander bedrijf uitsluitend de registratie vereist is van de kennisgeving van die overgang overeenkomstig de bepalingen uit de Meststoffenwet. Per saldo dus de registratie bij RVO.
De Hoge Raad motiveert dit door te stellen dat de regeling in de Meststoffenwet in zoverre een speciale regeling is, die afwijkt van de algemene regeling voor overdracht van artikel 3:84 BW. Dit betekent dat een geldige titel voor overdracht in de zin van dat artikel niet vereist is, aldus de Hoge Raad.
Concluderend
Degene op wiens naam de fosfaatrechten bij RVO geregistreerd staan, is de rechthebbende op de fosfaatrechten en bevoegd om die rechten te benutten en over die rechten te beschikken. Dit betekent dat in het geval van een faillissement van deze rechthebbende de fosfaatrechten dus in de faillissementsboedel vallen.
Heeft u fosfaatrechten verhuurd of huurt u fosfaatrechten? Wilt u weten of fosfaatrechten zijn overgedragen? Neem dan vrijblijvend contact op met de specialisten van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle. Wij staan al meer dan 30 jaar ondernemers bij en kunnen u voorzien van een goed advies of u bijstaan in een gerechtelijke procedure. Bel naar 038-4223020 of stuur een mail naar info@tebiesebeek.nl.
Lees meer: