De waarheidsplicht is de in de wet vastgelegde verplichting om in civiele procedures de van belang zijnde feiten en omstandigheden naar waarheid en volledig aan te voeren.
De wet
In de wet is in artikel 21 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de Waarheidsplicht als volgt vastgelegd:
‘Partijen zijn verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.’
De wet bepaalt in zoveel woorden dus dat je niet mag liegen (ook wel in mooi juridisch taalgebruik: onwaarheden verkondigen) en dat je volledig moet zijn. Wordt die verplichting niet nageleefd dan kan dat consequenties hebben.
Kern Waarheidsplicht
De kern van de strekking van de Waarheidsplicht is dat partijen in een civiele procedure nimmer feiten of omstandigheden mogen stellen waarvan zij weten dat die feiten onjuist zijn of niet juist kunnen zijn. Hieronder valt ook het ontkennen van feiten waarvan zij weten dat die juist zijn of het achterhouden en verdraaien van feiten en omstandigheden om zo de rechter op het verkeerde been te zetten.
Hoewel de omvang van de waarheidsplicht – ook wel de waarheids- en volledigheidsplicht – niet precies valt in te kaderen, houdt deze niet in dat een partij alle feiten moet aanvoeren, maar slechts alle relevante feiten. Ook hoeft een partij niet alle zwakke punten in haar stellingen naar voren te brengen. De waarheidsplicht staat er evenmin aan in de weg, dat partijen de relevante feiten en omstandigheden vanuit hun eigen invalshoek naar voren brengen en daaruit conclusies trekken.
Samenhang overige beginselen
De Waarheidsplicht maakt onderdeel uit van de algemene beginselen die gelden in het burgerlijk procesrecht. De waarheidsplicht hangt ook samen met een ander beginsel: de stelplicht en de bewijsaandraagplicht. Dit zijn de verplichtingen om feiten en omstandigheden te stellen en te bewijzen die leiden tot een bepaald rechtsgevolg (zie ook: stellen en bewijzen).
De stelplicht wordt gezien het voorgaande aangevuld met de waarheidsplicht. De te stellen feiten omstandigheden moeten naar waarheid en ook volledig naar voren gebracht worden. Dit geldt zelfs ten aanzien van de door de wederpartij aangevoerde verweren, die eveneens volledig en naar waarheid in de procedure naar voren gebracht dienen te worden (substantiëringsplicht).
Van een afbreuk aan de vrijheid van partijen om zelf te bepalen welke feiten zij aan hun vordering ten grondslag leggen (beginsel van partijautonomie) is geen sprake. De betrokken partijen mogen alleen niet de taak van de rechter om een juiste beslissing te geven, bemoeilijken of onmogelijk maken, door de daarbij noodzakelijke informatie achter te houden of zelfs te verdraaien.
Doel Waarheidsplicht
Het doel van de waarheidsplicht is om zoveel mogelijk het achterhouden en onjuist weergeven van de relevante feiten en omstandigheden te voorkomen en de bewuste leugen uit te bannen in de procedure. Dit moet bijdragen aan een rechterlijke beslissing die zoveel mogelijk op de waarheid of de werkelijke gang van zaken is gebaseerd. Ook draagt het direct naar voren moeten brengen van de relevante feiten en omstandigheden bij aan een effectieve en efficiënte rechtspleging.
Consequenties niet voldoen aan Waarheidsplicht
Zoals hierboven is weergegeven is de consequentie van het niet voldoen aan de waarheidsplicht, dat de rechter gevolgtrekkingen kan maken die hij gerade acht. Dit houdt in dat de rechter – indien hij handelen in strijd met de waarheidsplicht vaststelt – ambtshalve (dus niet perse op verzoek van de andere partij) consequenties aan die schending kan verbinden die invloed hebben op de rechterlijke oordeelsvorming.
Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het niet ontvankelijk verklaren van de schendende partij, het bewezen achten (door verlies van geloofwaardigheid) van het standpunt van de andere partij, het toekennen van een lagere of hogere proceskostenvergoeding of zelfs feiten en omstandigheden – alsook na de schending nieuw ingenomen stellingen – buiten beschouwing laten.
Het schenden van de waarheidsplicht kan ook leiden tot het beperken van de volledige herkansingsfunctie in een hoger beroep procedure en waar dan na een schending geen nieuw standpunt ingenomen kan worden. Zie hiervoor de uitspraak van de Hoge Raad van 16 juli 2021.
Advocaat procesrecht
Heeft u een vraag op het gebied van procesrecht? Wenst u advies over een (mogelijke) gerechtelijke procedure? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze specialisten. De advocaten van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle kunnen u voorzien van een goed advies en bijstaan in een gerechtelijke procedure.
Lees ook: